Al honderd jaar klinkt het brullende geluid van motoren in Assen. De TT is een begrip, een volksfeest, een race waar legendes worden geboren. En achter dat Drentse spektakel schuilt een enorme organisatie. Aan het hoofd daarvan staat Peter Oosterbaan, die al ruim 23 jaar zorgt dat alles op rolletjes loopt.
De Dutch TT in Assen is niet zomaar een race. Het is een instituut. Een race die al sinds 1925 wordt verreden en niet voor niets bekendstaat als ‘The Cathedral of Speed’. Elk jaar trekt het evenement tienduizenden toeristen naar Drenthe, met hun tentjes, campers en bijna onstilbare honger naar snelheid en ronkende motoren.
“Dat is wat Assen zo bijzonder maakt”, zegt Oosterbaan. “Het publiek. Mensen bouwen complete dorpjes rondom het circuit. Sommigen komen al generaties lang.”
‘Je stapt op de trein, of je laat ’m passeren’
Dat Oosterbaan ooit directeur van het iconische TT Circuit zou worden, was verre van vanzelfsprekend. “Ik werkte als regiodirecteur bij het CBR”, vertelt hij. “De toenmalige voorzitter van het TT-bestuur, Jos Vaessen, kende mijn liefde voor motoren en vroeg: ‘Is dit niet iets voor jou?’ Het was zo’n kans die je maar één keer krijgt. Je stapt op de trein, of je laat ’m passeren. Ik stapte op.”
Wat volgde was een leerproces. “Van sportmanagement had ik nul ervaring”, bekent hij. “Maar je groeit erin. Het is een wereldje waar je echt onderdeel van moet worden. En dat lukt alleen als je ergens langere tijd zit.”
In een tijd waarin managers gemiddeld om de paar jaar van functie wisselen, is 23 jaar vrij uitzonderlijk. “Voor mijn gevoel is het omgevlogen”, blikt Peter terug. “Maar ik geloof dat juist deze continuïteit cruciaal is geweest. Je wordt geconfronteerd met je eigen besluiten. Alleen dan kun je bouwen aan een visie op de lange termijn.”
En die visie vraagt om meer dan alleen koers bepalen vanaf een bureaustoel. Want wat de meeste mensen niet zien, is de enorme organisatie die achter de TT schuilgaat. “Veel mensen denken dat het circuit na de race dichtgaat en we een paar maanden later gewoon weer beginnen. Maar het is een 365-dagen-per-jaar-job”, zegt Oosterbaan.
Veiligheid, ticketverkoop, marketing, logistiek, entertainment… het is een monsterklus. “Het is een puzzel die elk jaar opnieuw gelegd moet worden. Alles moet kloppen. Eén verkeerde beslissing kan grote gevolgen hebben.”
Wat maakt het zo’n uitdaging? “De snelheid van de sport”, zegt hij. “MotoGP-teams veranderen, technologie ontwikkelt zich razendsnel, en fans verwachten steeds meer. Je moet als organisatie continu schakelen en meebewegen.”
Magische flow in Assen
Het is niet alleen de strakke organisatie die de TT Assen uniek maakt. Het circuit zelf heeft iets magisch. “Rijders zeggen vaak dat Assen voelt als een dans”, legt Oosterbaan uit. “De snelle bochten, het ritme, de technische uitdagingen: het vraagt écht iets van een coureur. Hier winnen is niet zomaar een overwinning, het is een prestatie.”
En dat is precies waarom de TT ook internationaal nog steeds zo geliefd is. “Zelfs met al die hypermoderne circuits in de MotoGP-kalender blijft Assen bijzonder. Coureurs houden van de flow hier. En als je dan die tribunes vol uitzinnige fans ziet… ja, dan weet je weer waarom je dit doet.”
Dit jaar is extra bijzonder: de TT Assen viert haar 100-jarig bestaan. En dat wordt natuurlijk groots gevierd. “Er komt een bioscoopfilm, een boek, een officiële herdenkingsmunt, een merchandiselijn en zelfs een postzegel”, somt Oosterbaan op. “Ook komt er een historische parade in Rolde, waar de eerste TT in 1925 startte. En natuurlijk krijgt het TT Festival extra glans. Het is immers een feestjaar.”
Voor Oosterbaan wordt dit een jaar om nooit te vergeten. Het is namelijk zijn laatste TT als directeur van het circuit. Na jaren aan het roer te hebben gestaan, geeft hij het stokje door. “Ik wist dat dit moment zou komen”, zegt hij. “En als je dan toch gaat stoppen, wat is er dan mooier dan dat te doen bij het 100-jarig jubileum?”
Wat gaat hij het meest missen? Hij lacht even en denkt na. “De spanning, de hectiek, de samenwerking met het team… maar vooral dat moment als de vlag valt. Dat blijft iets speciaals.”
Er zijn genoeg uitdagingen voor de komende jaren, maar Oosterbaan heeft alle vertrouwen in de toekomst van het circuit. Er is voor goede opvolging gezorgd en we werken met een hecht team. “Assen zal altijd dé plek blijven waar motorsport leeft”, zegt hij. “En ik ben blij dat ik daar een stukje aan - heb mogen bijdragen.”
Of hij zichzelf over tien jaar nog op het circuit ziet? Hij lacht. “Als bezoeker? Zeker weten. Maar dit keer met een biertje in de hand.”