Vrouwen hebben er vaker last van

Op de middelbare school was er voor mij geen erger scenario dan het geven van een presentatie. Ik was er heilig van overtuigd dat mijn verhaal totaal geen hout sneed en dat iedereen me zou uitlachen. Wanhopig als ik was, ontdekte ik dat het beter ging als ik het publiek niet zag. Omdat het me net iets te ver ging om mijn ogen gedurende het hele verhaal te sluiten, zette ik mijn bril af. Liever struikelen over de kabels van de overheadprojector, dan tot in detail kunnen zien hoe mijn klasgenoten zouden gapen en grinniken.

Dat knagende gevoel dat je ieder moment door de mand kunt vallen en dat mensen ontdekken dat je eigenlijk helemaal niet goed bent in wat je doet, staat ook wel bekend als het imposter syndroom. Het is geen officiële diagnose, maar een verzameling persoonskenmerken die een mens flink dwars kunnen zitten. En, je raadt het al: vrouwen hebben er vaker last van dan mannen. 

Tijdens een assessment merken we het imposter syndroom bij vrouwelijke deelnemers regelmatig op. Ze schatten zichzelf laag in en kunnen niet geloven dat ze goed hebben gepresteerd tijdens de opdrachten. Waar minder zelfkritische deelnemers hun successen toeschrijven aan zichzelf en hun falen toeschrijven aan een ander, is het bij deze deelnemers precies andersom. Ze tonen een flinke dosis bescheidenheid en zien hun successen eerder als een gelukje dan als iets dat ze zelf in de hand hebben.

Zonde toch? Enerzijds is jezelf een spiegel voorhouden zeker niet slecht. In bredere zin helpt een gezonde zelfkritiek ons om eerlijk te reflecteren, feedback op te halen en te groeien. Maar wanneer we té kritisch worden, kunnen we onszelf verdere ontwikkeling ontzeggen. We komen niet tot bloei en houden het veilig. 

Om die kritische innerlijke stem wat zachter te zetten, kun je beginnen met een simpele vraag: Is het waar wat ik nu over mezelf denk? Vaak blijkt dat je helemaal niet door de mand gaat vallen, maar dat je gewoon een mens bent die iets probeert te doen — en dat is al heel knap. En wie zegt dat die spiegel altijd de waarheid spreekt? De realiteit ziet er gelukkig vaak een stuk zonniger uit dan je denkt.

En dat meisje dat haar bril afzette? Zij heeft zichzelf tijdens haar studie een student-assistentschap gegund, waarbij ze aan een stuk door moest presenteren. Ze heeft als docent gewerkt en draait tegenwoordig haar hand niet meer om voor het spreken voor een groep. Soms is de confrontatie aangaan met jezelf, het beste dat je kan overkomen.

Yorieke Deen MSc

consultant/psycholoog

Assessment & ontwikkeling

Een nieuwe directeur staat voor een uitdaging. De erfenis van haar voorganger is een organisatie waarin het nieuwe managementteam elkaar nauwelijks kent. De medewerkers lijken ongeïnspireerd en op de afdelingen lijkt niemand precies te weten waar ze nu eigenlijk 'van zijn'. De directeur weet even niet waar ze moet beginnen, maar één ding is duidelijk: er moet iets veranderen om vooruit te komen en ze start een ontwikkeltraject voor haar teams.

Tijdens de eerste sessie is het even aftasten. We starten dan ook met luchtige vragen. De diepte gaan we later in. Echter wanneer een wat oudere teamleider het antwoord geeft op de vraag ‘wat heb je in de afgelopen periode voor het eerst gedaan’, zegt hij: ‘een sollicitatiebrief verstuurd naar een andere organisatie dan deze.’ De emotie is op zijn gezicht af te lezen, maar verder zwijgt hij. En de rest ook. 

Even schakelen. Wat gebeurt hier nu? We besluiten door te vragen, toch de diepte in. Hij vertelt dat vroeger alles beter was op de afdeling. Je kon Jan, Piet of Klaas vragen om iets voor je te doen en dan gebeurde het ook. Korte lijntjes, geen rompslomp. Hij kon lezen en schrijven met de oude directeur en kon zonder iemand die meekeek over zijn schouder zijn werk uitvoeren. En nu is de directeur weg. Er zit een nieuw MT en zij willen alles anders. Ze hebben het over processen, over inclusie, over strategie en beleid. Hij wil het niet, hij ziet het niet en als we echt gaan graven, is hij vooral bang. Bang om het nieuwe aan te gaan en het oude kwijt te zijn. Wie is hij nog binnen deze club mensen?

Na de stilte volgt nu de bijval van zijn collega’s. Er is herkenning. Anderen hebben ook angsten, zorgen en twijfels. De een laat zich hierdoor meer leiden dan de ander, waardoor er ook positieve geluiden klinken. Ja, de systemen zijn ook gedateerd. En er lopen mensen rond, wiens taak voor niemand duidelijk is. Een van de teamleiders lijkt in een gouden kooi te zitten, maar functioneert eigenlijk niet. Ja, al die zaken, daar willen ze best iets in veranderen.

Hierdoor worden ze gedwongen om ook zelf in de spiegel te kijken. Wat is hun rol, hoe reageren zij, hoe voeren ze gesprekken, hoe werken ze samen? Dit behandelen we niet meer in de eerste sessie, dat komt later. Ze kijken ons aan: maar we hebben nu toch helemaal niets gedaan? We willen vooruit, moeten we niet nu nog meer doen? Wij zien dat het eerst genoeg is. Niet alleen is het al laat, er is veel gedeeld, veel gebeurd, al betekent dat niet altijd dat er ook direct een concreet plan op tafel ligt.

En met dat inzicht blijkt, dat er ook zonder directe output een berg werk is verzet: er is weer hoop.

Yorieke Deen is consultant assessment & ontwikkeling bij BeljonWesterterp

Do's & dont's in de mannengarderobe

Veel stilistische do’s en dont’s blijven natuurlijk arbitrair, maar er zijn een aantal faux pas die je als man maar beter kunt weren in je garderobe. Laten we maar meteen bij het hoofd beginnen en de nieuwe trend van het binnenshuis dragen van een baseball cap. Geen zonnestraal te bekennen, maar desondanks verkiest zich cool wanend volk zo’n suf petje op het hoofd te houden terwijl het dragen ervan zich zou moeten beperken tot het sport- veld. Dan laten we de waanzin maar even onbesproken van de knetterend geprijsde creaties van Stefano Ricci à € 1.450 of het exemplaar van € 1.700 van Loro Piana, al is die wel gemaakt van het zachts denkbare materiaal: Vicuña.

Gekleurde knoopsgaten en ander leed

Dalen we af naar de mannelijke torso waar we

soms nog steeds een wit T-shirt verscholen zien onder het shirt. Die twee gaan visueel niet lekker samen. Nu we het toch over de dont’s op shirt gebied hebben, tip ik ook graag even de faux pas van gekleurde knoopsgaten en boorden die van binnen zijn afgewerkt met een als ludiek gewaand patroon. Die mogen integraal naar de Zak van Max.

Do's

WEER DE PANTY OF BALLONVORMIGE BANDPLOOIBROEK
Dan dalen we via de torso af naar de benen en is het goed om de eigen koers te varen. Meer en meer neigt de trend naar weer hoog met bandplooi gedragen broeken met wijdere pijpen. Een logisch gevolg op de trend waarbij veel mannen zich hulden in bijna panty-achtige stretch jeans met een pijpwijdte van minder dan 17cm. Zeker
wat oudere mannen met een begin van een buikje moeten genoemde uitersten weren en het houden op een niet al te hoog vallende broek met een pijpwijdte – al naar gelang de schoenmaat - van tussen de 18 en 21 centimeter. Besef ook dat er in de mannelijke garderobe méér bestaat dan de eeuwige jeans. Zeker als je de 40 bent gepasseerd, is het wijselijk om te kijken naar een alternatief.

Sneaker als stilistische aanfluiting

Als beroepssnob heb ik de nu zo’n decennium oude trend van de permanente sneaker altijd betreurd. Als casual schoen kan ik hem nog wel dulden, maar de witte sport- schoen is nu niet meer weg te branden van de mannelijke voet en betreedt en masse de werkvloer. En scandaleuzer nog, de sneaker is totaal geen taboe meer op een begrafenis. Eer de overleden medemens op zijn minst met een formele zwarte schoen. Mannelijke elegantie begint met een paar fraai gepoetste schoenen en niet bij een witte schoen met plastic zool die zich niet eens laat poetsen. Zeker die onzinnig geprijsde designer sneakers zijn een stilistische aanfluiting en getuigen van weinig fantasie. Niet alleen

het oog zal blij zijn met wat formelere schoenen, maar ook de drager zelf, die vaak niet eens beseft dat de voeten een theekopje vochtverliezen per dag. In een leren schoen onderga je dat verlies veel beter dan in een plastic schoen.

Yvo van Regteren Altena