10 vragen aan...
Hij kent het culturele veld van binnen en van buiten: de geboren en getogen Groninger Jan Geert Vierkant is sinds kort zakelijk directeur van het Groninger Museum. Na een opleiding Kunst & Kunstbeleid leidde hij onder andere het Noord Nederlands Orkest, Metropole Orkest en MartiniPlaza. Een man met ervaring dus, én met frisse verbazing over hoe intens het werken in een museum kan zijn. “Ik dacht: vijf, zes tentoonstellingen per jaar, dat is overzichtelijk. Maar dat was dus een misvatting.”
Tussen koffiemomenten, nieuwe tentoonstellingen en zakelijke beslissingen door beantwoordt hij tien vragen. Over zijn drijfveren, zijn ochtendrituelen en waar hij dit jaar het meest naar uitkijkt.
Wat drijft jou in wat je doet?
“Het overbrengen van de waarde van kunst. Of dat nou muziek, theater of beeldende kunst is: ik wil dat zoveel mogelijk mensen geraakt worden. Verrast, blij, geëmotioneerd… Kunst doet iets met mensen. Daar wil ik aan bijdragen.”
Welke les uit je carrière koester je het meest?
“Dat het heel belangrijk is om te luisteren. En ergens een nachtje over slapen. Vaak zie je dingen ’s ochtends ineens anders. Dat heeft me al vaak geholpen, zowel inhoudelijk als in het werken met mensen.”
Wat is het eerste dat je doet als je op je werk aankomt?
“Koffie zetten! Ik ben echt verslaafd aan koffie. En ik doe het raam open. Mijn kantoor zit boven de ingang van het museum, met een klein balkonnetje in de punt. Frisse lucht is belangrijk.”
Wat zou je werk nóg leuker maken?
“Meer budget. Daarmee zouden we meer kunnen investeren in de kwaliteit van tentoonstellingen en het ontlasten van teams die keihard werken. In de culturele sector is geld altijd een issue, ook hier.”
Met wie zou je weleens een dagje willen ruilen?
“Met Arne Slot, de voetbalcoach van Liverpool. Als Feyennoordfan vind ik het fantastisch dat hij daar zo succesvol is geweest. Ik zou het heel interessant vinden om te zien hoe zijn dag eruitziet.”
Waar ben je op professioneel vlak het meest trots op?
“Dat ik als directeur bij het Metropole Orkest in Hilversum een extra miljoen subsidie heb binnengehaald. De banen van het orkest waren gehalveerd en dat kon niet langer meer zo doorgaan Dankzij lobby bij het Ministerie, Tweede Kamer en de Raad voor Cultuur kon ik dat keren. Dat heeft echt impact gehad.”
Wat is een veelvoorkomende misvatting over jouw branche?
“Dat kunstenaars of musici ‘het erbij doen’. Alsof het een hobby is. Terwijl het net topsport is: duizenden uren investeren, keihard werken om kwaliteit te leveren. Dat geldt voor sporters, maar net zo goed voor schilders, musici of acteurs.”
Hoe laad jij op buiten je werk?
“Door veel te wandelen en naar podcasts te luisteren. En door lekker te eten. Dat zijn mijn manieren om balans te houden.”
Waar kijk je dit jaar het meest naar uit?
“Naar de opening van een aantal tentoonstellingen. De eerste is Welcome to the Dreamhouse, die op 13 juni opent. Een groot deel van het museum is omgetoverd in verschillende kamers, die door theatervormgevers ingericht zijn op basis van onze eigen collectie. Het hele gebouw staat op z’n kop, dat maakt het extra leuk.”
Wat weten weinig mensen over jou?
“Dat elf aar geleden mijn trouwfoto’s in het Groninger Museum zijn gemaakt. Een mooie herinnering, en nu mijn werkplek… Dat is toch bijzonder!”